Donderdagmiddag loopt Elise Lasser voor het eerst op een internationaal kampioenschap. De 16-jarige atlete komt immers in actie op het Europees kampioenschap voor scholieren (U18) in het Georgische Tbilisi op de 400 meter. Aan de vooravond van de reeksen (Do 14/07 om 12u05) stelden we nog enkele vragen aan onze snelle dame.
Wat verwacht je van je eerste internationale kampioenschap?
Elise: “Ik wil mezelf vooral niet te veel druk opleggen. Ik mag dan wel een goeie tijd op mijn naam hebben staan, je weet nooit hoe de wedstrijd verloopt. Het is vooral de bedoeling om ervaring op te doen richting de toekomst. Stiekem hoop ik wel op een persoonlijk record en een plekje in de halve finale.”
Met je persoonlijk record van 54”51 sta je zesde op de ranglijst van Europa bij de scholieren. Denk je dan niet aan meer?
Elise: “Er zijn twee meisjes die boven mij staan op de ranglijst die niet zullen deelnemen, dus ik start eigenlijk met de vierde beste tijd van alle deelnemers. Maar ik ga de lat niet te hoog leggen, ik heb al genoeg zenuwen (lacht).
Genoeg over de wedstrijd dan, hoe verliep je reis naar Georgië?
Elise: “Mijn reis verliep vrij vlot. Er waren enkele atleten die wat moeilijkheden hadden met hun tickets, waardoor we bijna onze vlucht mistten, maar gelukkig is alles in orde gekomen.”
Je verblijft er samen met heel wat andere Belgische atleten, vind je dat leuk?
Elise: “Enorm, de sfeer is echt tip top in orde! Ik slaap met de andere meisjes op de kamer, de groep is heel hecht. Alleen het hotel valt een beetje tegen. De accommodatie is niet super, en ook met het eten moeten we oppassen. Alles wat met kraantjeswater gewassen is, kan bacteriën bevatten en voor buikpijn zorgen. Gelukkig had ik wat eten mee van thuis.”
Zijn er ook supporters mee afgezakt?
Elise: “Mijn ouders zijn er om me te steunen en te supporteren. Trainer Ludwig Cardon is aanwezig om mij mentaal te coachen. Hij weet als geen ander hoe je mij moet klaarstomen voor een toptijd. Ik heb vandaag mijn benen nog eens losgegooid en ik had een erg goed gevoel. Je kan dus wel zeggen dat ik er klaar voor ben!”